
- Status
- Afgerond
- Jaar van uitgave
- 2025
- Contactpersoon
- Karien van den Bergh, GGD Hart voor Brabant
Downloads
Door veel gemeenten wordt de laatste jaren bij de inrichting van de (groene) omgeving gebruik gemaakt van de 3-30-300 vuistregel. Hoewel veel onderzoeken een positief verband bevestigen tussen groen en gezondheid, onderzochten onze onderzoekers of deze definitie van groen in de omgeving ook daadwerkelijk is geassocieerd met een betere mentale gezondheid.
De 3-30-300 vuistregel
In 2021 lanceerde Cecil Konijnendijk de 3-30-300 vuistregel voor groen. Deze wordt steeds vaker door gemeenten omarmd. Deze regel beschrijft dat iedereen 3 flinke bomen zou moeten zien vanuit huis, dat de buurt een bladerdek heeft van 30% en dat de afstand tot een park of groene ruimte vanaf huis maximaal 300 meter is. De regel is eenvoudig te begrijpen en eenvoudig te meten.
Onderzoek met bestaande data in Brabant
De onderzoekers hebben de relatie tussen groen volgens de 3-30-300 vuistregel en gezondheid bekeken aan de hand van reeds beschikbare data. Deze data is afkomstig van verschillende bronnen. Zo zijn gegevens van ruim 63.000 inwoners uit de Corona Gezondheidsmonitor 2022 gecombineerd met groeninformatie op adresniveau, berekend door Cobra Groeninzicht. De mentale gezondheid is gemeten met de MHI-5 en K10 vragenlijsten. Door deze data op individueel niveau te koppelen via CBS microdata konden onderzoekers kijken naar de relatie tussen groen en mentale gezondheid. Daarbij is rekening gehouden met persoonlijke kenmerken zoals leeftijd, geslacht, inkomen, opleiding en leefstijl.
Resultaten
Slechts 13% van de woningen voldeed aan alle drie onderdelen van de vuistregel. Vooral de 30%-regel werd weinig gehaald (16%). Respondenten die woonden op een plek die aan de vuistregel voldeed gaven vaker aan dat ze hun leefomgeving als prettig ervaarden, vooral in stedelijke gebieden. De aanwezigheid van bomen (regel 3 en 30) werd ook geassocieerd met ervaren verkoeling in de buurt. Voor de 300-meterregel gold dit alleen in stedelijke gebieden.
Maar als het gaat om mentale gezondheid, zijn de resultaten minder duidelijk. In de meeste analyses werd geen verband gevonden tussen het voldoen aan de vuistregel en een betere mentale gezondheid. Soms waren er wel associaties, maar die waren tegenstrijdig: soms positief, soms negatief. Mogelijke verklaringen zijn beperkingen in de meetmethode, zoals overschatting van zichtbare bomen en het negeren van kleinere groene ruimtes. Ook aspecten als kwaliteit en gebruik van groen zijn niet meegenomen.
“Het heeft me verrast dat er geen associaties werden gevonden tussen de 3-30-300 vuistregel voor groen en mentale gezondheid.” – Karien van den Bergh
Handvatten voor beleid
Hoewel dit onderzoek geen directe relatie aantoont tussen het voldoen aan de 3-30-300 vuistregel en een betere mentale gezondheid, biedt het wel inzichten. Voor beleidsmakers is het belangrijk om te beseffen dat veel ander onderzoek wél positieve verbanden laat zien tussen groen en gezondheid. De 3-30-300 vuistregel biedt handvatten om groen en het belang van bomen in de leefomgeving op de agenda te zetten. Daarbij is het essentieel om verder te kijken dan alleen de hoeveelheid groen: kwaliteit, toegankelijkheid en gebruik van groene ruimtes spelen een minstens zo grote rol in hoe mensen hun omgeving ervaren en hoe gezond die omgeving is.
Meer informatie
Wil je het volledige rapport lezen? Download het rapport links bovenin deze pagina en ontdek alle resultaten en aanbevelingen.
Publieksinformatie over groen en gezondheid lees je via GGD Leefomgeving.
Professional? Meer over de GGD advisering over groen en gezondheid lees je via GGD GHOR Nederland.
Afgerond: September 2025
Dit project is een samenwerking tussen GGD Hart voor Brabant, GGD Brabant-Zuidoost, GGD West-Brabant, GGD Drenthe, gemeente Oss, gemeente Breda, gemeente Deurne, Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS) Universiteit Utrecht en Cobra Groenzicht.