Status
Afgerond
Jaar van uitgave
2024
Contactpersoon
Jacco Bastings, GGD Zuid-Limburg
Bewegen
GGD Zuid-Limburg

Downloads

Rapport

Bewoners van wijken met een lage sociaaleconomische positie (SEP) kampen vaker met gezondheidsproblemen. Kinderen en jongeren in deze wijken bewegen vaak minder dan de richtlijnen en het landelijk gemiddelde. Deze desktopstudie onderzoekt welke kenmerken van de fysieke leefomgeving de actieve mobiliteit van basisschoolkinderen beïnvloeden, oftewel: wat bepaalt of zij lopend of fietsend naar school gaan?

Gezonde generatie die voldoende beweegt

Het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) stelt de ambitie om een gezonde generatie te behalen in 2040. Het stimuleren van voldoende bewegen door kinderen en jongeren hoort hier bij. De manier waarop kinderen zich dagelijks verplaatsen, vooral van en naar school, kan hierin een positieve rol in spelen. Daarvoor is een omgeving die voldoende aanmoedigt om dit ‘actief’ te doen een voorwaarde.

 

Invloeden in de fysieke leefomgeving

De aanleiding voor dit onderzoek was de behoefte aan een overzicht van factoren in de fysieke leefomgeving die invloed hebben op de keuze van kinderen uit wijken met een lage sociaal-economische positie (SEP) om lopend of fietsend naar de basisschool te gaan. In de desktopstudie ‘Determinanten in de fysieke leefomgeving die de actieve mobiliteit naar voorzieningen bij kinderen in lage SEP-wijken’ hebben onderzoekers informatie verzameld over hoe de fysieke omgeving het lopen en fietsen van deze kinderen beïnvloedt. Op basis van deze informatie hebben de onderzoekers een overzicht gemaakt van omgevingsfactoren die een rol spelen bij de actieve mobiliteit van basisschoolkinderen in lage SEP-wijken.

Aanpak

In deze desktopstudie werden resultaten uit wetenschappelijke en grijze literatuur semi-systematisch geselecteerd en overzichtelijk gerapporteerd.

De onderzoekers: ‘Het is belangrijk om te realiseren dat deze groep veel loopt naar de basisschool, wat mogelijk komt doordat ze dichterbij wonen. Het is dus essentieel om deze manier van mobiliteit te onderhouden en te bevorderen, maar ook om meer aandacht te besteden aan het gebruik van de fiets. Wanneer deze groep naar de middelbare school gaat is de kans groot dat ze een langere afstand zullen moeten overbruggen, wat makkelijker gaat met de fiets.’

Bevindingen en Aanbevelingen

Uit het literatuuronderzoek blijken verschillende factoren actieve mobiliteit bij kinderen in lage SEP wijken te beïnvloeden. Factoren zoals afstand, verkeersveiligheid en persoonlijke overtuigingen van de ouders ten opzichte van verkeersveiligheid en fietsgebruik, spelen een belangrijke rol. Kinderen uit lage-SEP wijken lopen door kortere afstanden vaker naar school, maar maken minder gebruik van de fiets. Dit hangt samen met zorgen over de verkeersveiligheid (van kind en ouder), een minder fietsgerichte infrastructuur en de mate van verstedelijking. Om actieve mobiliteit in deze groep te bevorderen, worden de volgende drie aanbevelingen gedaan.

Lopen als vorm van actieve mobiliteit ondersteunen en onderhouden

Verbeteringen in loop(- en fiets)voorzieningen, gecombineerd met overzichtelijke en minder drukke verkeerssituaties, zijn essentieel om actieve mobiliteit naar school in lage-SEP wijken te stimuleren. Dit kan door gericht in te zetten op onder andere wegconnectiviteit en het evalueren van verkeersremmende maatregelen. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de mate van verstedelijking en de specifieke behoeften die spelen in grote of kleine steden.

Verkeersveiligheid en overzichtelijkheid verbeteren en fietsgedrag stimuleren

Uit onderzoek blijkt dat kinderen uit lage-SEP wijken een verhoogd risico lopen op verkeersongevallen, mede door blootstelling aan onveilige situaties en onvoldoende veilige voorzieningen. Dit kan bijvoorbeeld verbetert worden door te kijken naar mogelijkheden voor gescheiden fietspaden, verkeersremmende maatregelen, en een aangepaste gescheiden infrastructuur die wegconnectiviteit voor fietsers stimuleert. Daarnaast is het belangrijk zowel ouders als kinderen van voorlichting te voorzien op het gebied van vervoer met de fiets.

Inspelen op specifieke wijkbehoeften rond aantrekkelijke en groene initiatieven

Een aantrekkelijke, groene omgeving kan actieve mobiliteit ook bevorderen, met name in lage-SEP wijken waar dit vaak ontbreekt. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld het creëren van een groene schoolomgeving. Van essentieel belang is dat deze initiatieven voldoen aan de behoeften rond aantrekkelijkheid, overzichtelijkheid en veiligheid die spelen in deze wijken.

De integratie van deze maatregelen kan helpen om zowel lopen als fietsen veiliger en aantrekkelijker te maken voor kinderen in lage-SEP wijken.

presentatie met kleurV022

Resultaat: Inzichten voor beleid en vervolgonderzoek

De resultaten van deze desktopstudie bieden een overzicht van literatuur over de aspecten van de fysieke leefomgeving die mobiliteit van basisschoolkinderen in lage-SEP wijken beïnvloeden. Het overzicht kan gemeenten ondersteuning bieden in het stimuleren van actieve mobiliteit bij deze doelgroep. Daarnaast kan het onderzoek als basis dienen voor verdere studies, bijvoorbeeld samen met de kinderen. Via downloads op deze pagina is het rapport te verkrijgen.

Meer weten?

Download het rapport en lees welke bronnen tot welke inzichten hebben geleid. En tot welke aanbevelingen de onderzoekers daarmee komen. Op maandag 31 maart geven de onderzoekers een presentatie over hun bevindingen in de vorm van een webinar. Ben jij er bij? Schrijf je in!

 

Dit project van GGD Zuid Limburg is tot stand gekomen met (onder andere) input van CROW, het Kenniscentrum Sport & Bewegen en het RIVM.