Status
Afgerond
Jaar van uitgave
2023
Contactpersoon
Rob van Aalsburg, GGD’en Brabant en Inge Wouters, IRAS - Universiteit Utrecht
Geur
GGD Brabant-Zuidoost GGD Hart voor Brabant GGD West-Brabant
Universiteit Utrecht

Downloads

Rapport

Veehouderijbedrijven kunnen leiden tot geurhinder bij omwonenden. In 2015 deden we hier al onderzoek naar. Die resultaten werden echter onvoldoende vertrouwd om beleidsmatig te worden toegepast. We doken in de oorzaken van die twijfel, met een belangrijke conclusie tot gevolg.

Waarom opnieuw onderzoek?

In dit project is de dosis-respons relatie tussen geurbelasting en geurhinder als gevolg van de veehouderij opnieuw vastgesteld. Het gaat hierbij om een update van de relatie die in een project van onze AWGL in 2015 is vastgesteld. De aanleiding voor deze update is dat na afronding van het onderzoek in 2015 bleek dat luchtwassers minder effectief bleken dan destijds aangenomen. Dit was een van de oorzaken van de terughoudendheid om de resultaten beleidsmatig toe te passen.

Luchtwassers

Een luchtwasser wordt in de intensieve veehouderij gebruikt om de uitstoot van ammoniak, fijnstof en geur te verminderen. Er zijn verschillende types: chemische -, biologische en combi-luchtwassers. De resultaten per type luchtwasser zijn sterk verschillend. In de praktijk blijkt de effectiviteit van bepaalde luchtwassers minder groot dan in 2015 werd aangenomen.

Onderzoek 2015: meer en ernstiger geurhinder dan verwacht

Binnen de AWGL werd in 2015 de relatie tussen geurbelasting afkomstig van veehouderijen en de ervaren geurhinder bij ruim 13.000 respondenten op het platteland en in kleinere kernen van Noord-Brabant en Noord-Limburg onderzocht. De resultaten bevestigden de signalen dat er aanzienlijk méér geurhinder voorkomt dan op basis van de Handreiking Wet geurhinder veehouderij te verwachten was (gebaseerd op PRA-Odeurnet 2001). In duiding van dit onderzoek werd o.a. de toename van emissie-reducerende maatregelen zoals luchtwassers als mogelijke verklaring genoemd voor dit verschil. Dit leidde tot beleidsmatige twijfel over de vastgestelde blootstelling-responsrelatie en daarom werd deze niet gebruikt.

Onderzoek 2023: resultaten 2015 grotendeels bevestigd

In ons onderzoek blijkt dat na correctie voor het lagere geurreductierendement van bepaalde luchtwassers, de geurbelasting bij de 13.000 respondenten hoger is dan in het AWGL-onderzoek uit 2015. De opnieuw vastgestelde bloostelling-responsrelatie wijkt echter niet statistisch significant af van de curve uit 2015. Het is daarmee niet aannemelijk dat de toename in het gebruik van luchtwassers het verschil verklaart tussen de wettelijk toegepaste hindercurve (op basis van PRA-Odeurnet 2001) en de AWGL-curve uit 2015.

P98 geurbelasting van alle diertypen

Rob van Aalsburg, GGD’en Brabant: “De resultaten van dit onderzoek bieden een onderbouwing voor de mate van geurhinder die te verwachten is in de omgeving van veehouderijen met dieren met een wettelijke geuremissiefactor. Met deze kennis kunnen de gevolgen van deze veehouderijen op de gezondheid van omwonenden ten aanzien van geur worden afgewogen.”

Wat onderzochten we verder?

  • Als je kijkt naar verschillende diersoorten, wordt bij een gelijke geurbelasting de meeste hinder gemeld bij pluimvee.
  • Verschillen in dieraantallen, type veehouderijen en gebruik van luchtwassers in de omgeving van respondenten hangen niet samen met het optreden van meer of minder hinder dan verwacht.
  • De blootstelling-responsrelatie van deelregio’s verschilt niet relevant van die van het hele onderzoeksgebied. Deze blootstelling-responsrelatie lijkt daarmee een goede inschatting te geven van de te verwachten mate van hinder in andere regio’s in Nederland.

GGD Werkgroep Veehouderij en Gezondheid: “Dit onderzoek bevestigt de uitkomst van het onderzoek uit 2015. Het is een duidelijk signaal dat het wettelijk kader de gezondheid onvoldoende beschermt. Het onderzoek bevestigt voor ons daarmee nogmaals het belang om de geurwetgeving aan te passen en deze nieuwe onderzoeksresultaten daarbij als uitgangspunt te hanteren. Daar zetten we ons als werkgroep voor in.”

Meer informatie

Download het rapport voor de details van het onderzoek en gehele onderbouwing van de conclusies.
Dit onderzoek werd op 9 oktober 2023 gepresenteerd op het jaarsymposium van het Kennisplatform Veehouderij en Humane Gezondheid. En op 14 november 2023 op het congres Geluid, Trillingen en Luchtkwaliteit.
Terug in de tijd? Bekijk de projectpagina van de voorganger van dit project uit 2015.

 

Dit onderzoek werd uitgevoerd door de GGD’en Brabant, in samenwerking met Universiteit Utrecht, provincie Noord-Brabant, GGD Limburg Noord, Rijkswaterstaat Leefomgeving en Omgevingsdienst Zuidoost Brabant.